Jarenlang vergeleek ik de hersenen met
een computer en de geest met het emergente resultaat van de werking van die
computer. De analogie met een computer bevatte een waarheid: namelijk dat
eenvoudige, basale processen kunnen leiden tot een resultaat die (veel) meer is
dan de som der delen. Maar de analogie was in veel opzichten ook "oppervlakkig
en irrelevant": de hersenen worden in deze analogie beschouwd "als
een mozaïek van orgaantjes, elk met een specifieke taak, die op een bepaalde
manier onderling in verbinding staan" en "het zenuwstelsel wordt
gezien als vast en onveranderlijk, met vaste toepassingsgerichte gebieden voor
elke functie", en die generalisaties doen geen recht aan de "ingewikkelde
biologie en chemische mechanismen die door natuurlijke selectie in de loop van
miljoenen jaren zijn ontwikkeld" en de analogie verklaart niet hoe mensen
leren en een persoonlijkheid ontwikkelen en verklaart ook geen complexe
ziektebeelden, waarover Sacks in zijn eerdere boeken schrijft.
Voor Sacks is de theorie van het neuraal
darwinisme een openbaring. In die theorie is, buiten de "basale neigingen
t.a.v. voedsel, warmte en contact met andere mensen", in de hersenen "heel
weinig voorgebouwd of voorgeprogrammeerd" en is "een groot deel van
de hersenschors plastisch, pluripotent onroerend goed, dat (binnen zekere
grenzen) kan dienen voor welke benodigde functie dan ook". En door
ervaring en experimenteren worden "bepaalde neurale verbindingen of
constellaties in het zenuwstelsel versterkt en andere verzwakt of
beëindigd". Zo zijn de hersenen "in wezen constructief of
creatief" en wordt "met elke waarneming (en ervaring) iets gecreëerd"
en zijn de hersenen in mijn ogen lijdend voorwerp af.
Door waarneming en ervaring worden "bepaalde
neurale groepen in de hersenen geselecteerd en wordt daarvan de activiteit vergroot".
De neurale groepen zijn "weer georganiseerd in grotere eenheden, of
mappen, die met elkaar in onafgebroken verbinding staan, in voortdurend
veranderende, onvoorstelbaar complexe, maar altijd betekenisvolle
patronen". Die mappen worden door waarneming en ervaring gecreëerd en er
vindt "een selectieve versterking plaats van succesvolle mappen, succesvol
in de zin dat ze hebben bewezen de nuttigste en sterkste te zijn voor het
construeren van de realiteit". En "dankzij terugkerende signalering
(de integratie en generalisatie van waarnemingen en ervaringen) kunnen de
hersenen een onderverdeling in categorieën maken, om die daarna opnieuw in te
delen enzovoort". "Ordenen naar categorie is (dan) de voornaamste
taak van het brein en een dergelijk proces is het begin van een immens, almaar
stijgend pad, waardoor steeds hogere niveaus van denken en bewustzijn mogelijk
zijn".
"Zoogdieren, vogels en sommige
reptielen beschikken over een primair bewustzijn: het vermogen om mentale
beelden te zien die ze erbij helpen zich aan te passen aan complexe en
veranderende omgevingen", dit vermogen hing af van de "komst van een
nieuw type neuraal netwerk in de evolutie, waardoor immense parallelle
onderlinge verbindingen tussen neurale mappen mogelijk werden". Een nog
hoger niveau van prikkeloverdracht brengt "een hoger bewustzijn voort, het
vermogen om te generaliseren en te reflecteren, en om verleden en toekomst te
herkennen, zodat uiteindelijk een bewustzijn van zichzelf wordt bereikt, het
besef een individu te zijn in de wereld". Terzijde: zo bevat de
computeranalogie toch nog een waarheid, namelijk dat een complexer of groter netwerk tot een grootser resultaat kan leiden.
Volgens Sacks houdt bovenstaande in
"dat we zijn voorbestemd, of we willen of niet, tot een leven van
uniciteit en zelfontwikkeling, tot het creëren van een individuele,
persoonlijke wereld en eigen specifieke wegen in het leven".
Dus: zijn wij ons brein? Ja en nee: wij zijn overgeleverd aan ons brein en ons lichaam, maar we hebben ook invloed op wie wij zijn en we brengen onze geest, ons hele zelf, mede zelf voort. En: waar is de geest, is die (ergens) in het brein? Ja en nee: onze geest kan niet bestaan zonder ons brein, maar hij bestaat op zichzelf, als afgerond geheel, alleen in onze gedachten, spreken en handelen.
Dus: zijn wij ons brein? Ja en nee: wij zijn overgeleverd aan ons brein en ons lichaam, maar we hebben ook invloed op wie wij zijn en we brengen onze geest, ons hele zelf, mede zelf voort. En: waar is de geest, is die (ergens) in het brein? Ja en nee: onze geest kan niet bestaan zonder ons brein, maar hij bestaat op zichzelf, als afgerond geheel, alleen in onze gedachten, spreken en handelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten