dinsdag 26 mei 2015

Zo sprak Zarathoestra.

Zarathoestra verkondigt de dood van God. En met Gods dood zijn ook zijn wil en zijn deugden, zonden, oordeel, toorn, hemel en hel ter ziele.

En Zarathoestra pleit: zoek je heil op aarde en verlang niet naar het bovenaardse. Wil aan het einde van je leven het liefste het leven nóg een keer. Geloof in het bovenaardse is lastering van het leven.

En Zarathoestra sprak: pas de mens schiep zin voor de dingen en de mensen gaven zichzelf al hun goed en kwaad. En Zarathoestra legt het kwaad bloot in schijnbaar goede zaken en het goede in schijnbare kwaden. Zo toont hij: goed en kwaad zijn wanen en het leven is twisten over smaak. En veel tegenwoordig goed en kwaad zijn een last, daarmee maken wij het leven zwaar.

En Zarathoestra pleit: leef om nieuwe zin te scheppen en daarvoor te vragen, onderzoeken, proberen, kennen en te vernietigen - want om te scheppen moet je licht en zonder last zijn. Zo heiligt de goede strijd élke zaak, ook als je eigen gedachte het onderspit delft. Strijd, en laat je einde een vooruitkijken zijn. Zo is de vrede maar een stinkende zaak.

Zarathoestra richtte zijn pijlen vooral op God, de kerk en de deugden. God en de deugden zijn voor mij vooral nog stijlfiguren.

De Zarathoestra ontving en ontvangt veel hoon, mede vanwege misbruik van het werk of een historische vergissing. Afgezien daarvan, ligt hoon waarschijnlijk ook in het verschiet voor ieder ander die van leer trekt tegen vigerende instituties, deugden, waarden etc. - Want afscheid nemen doet pijn. Maar voor dergelijke zaken geldt: daarmee is alle pijn geleden. Kijk en zie: wie rouwt er nu nog om bijvoorbeeld de Griekse en Romeinse goden?

En wij lachen om de antieke goden, de antieke ideeën en de antieke gelovigen, schamen ons ervoor of zijn ze domweg vergeten. Zo gaat dat. En de toekomstige mens zal onze wanen tonen en om ons lachen of zich voor ons schamen, uitzonderingen daargelaten.

De wil tot kennen, vernietigen en scheppen is in ieder mens aanwezig en noemt Nietzsche de wil tot macht. En hij roept op om aan die wil gehoor te geven. Deze boodschap kan leiden tot een diffuse verzameling van waarheden. Maar er is geen vrijheid, blijheid en een smakeloze voor ieder wat wils: er is goede en slechte smaak. En wij zijn niet gelijk: er zijn mensen die de toon aangeven.

Nietzsche geeft ons leven zodoende richting. Maar heeft het leven richting nodig? Nee, dat hebben alleen wijzelf nodig. De goddeloze Nietzsche leert daarmee juist geloven. Geloven is vooral willen. Tegelijk geldt: je ogen, oren en verstand afvallen is een zonde.

De wil tot macht dringt ook door tot buiten de grenzen van de logische vorm: dan scheppen wij zin waar geen zin bestaat of kan bestaan. Ons verstand misleidt ons, dat is geen nieuws. Maar deze belangrijke beperking van ons verstand is juist een argument om je van je verstand te bedienen. Voor onbepaalde tijd kennen en scheppen is ons lot - omdat we niet anders kunnen en Nietzsche toont: ook omdat het moet. En als je tegenwoordig niet goed weet te leven, is die noodzaak evident.