vrijdag 6 maart 2015

Logische vorm.

Een zin of stelling is de uitdrukking van een gedachte. Een gedachte is een beeld van een feit in de wereld. Een geval in de wereld, een situatie, is een feit. De logische vorm is dat wat de zin met het beeld gemeen heeft.

Een zin begrijpen betekent het beeld, dat wordt beschreven door de zin, kennen. Wij begrijpen een zin zonder dat de logische vorm ons is verklaard. Het gebruik bepaalt de logische vorm van een zin en zonder gebruik hebben zinnen geen zin of betekenis. Zodoende toont een zin zijn logische vorm. Een zin bevat zijn logische vorm niet. De logische vorm is transcendent, zoals de ethiek en esthetiek. En taal kan niets hogers uitdrukken. Ook de logische vorm van een zin kan niet worden vastgelegd of beschreven.

Wittgenstein presenteert bovenstaande transcendente taallogica en weerlegt een andere, 'vormvaste', taallogica. Circa één eeuw later herken ik deze strijd niet. Zo gaat dat. Wij vergeten oude leerstellingen of lachen erom. Zo toont zich onze ontwikkeling.

Een zin is waar als het beeld dat hij vertegenwoordigt, overeenstemt met de wereld. Een zin is niet a priori waar, het beschrijft een (mogelijk) feit. Waar en onwaar zijn waarheidsmogelijkheden. De wereld bestaat uit bestaande feiten.

De eenvoudigste zin is een elementaire zin. De elementaire zinnen zijn de waarheidsargumenten van een (samengestelde) zin. De waarheidsmogelijkheden die de waarheidsargumenten bevestigen, zijn de waarheidsgronden van een zin. Zo kunnen complexe uitspraken worden ontleed.

Uitspraken over kwesties zonder logische vorm, en dus zonder een verbinding met de wereld, zijn onzinnig. Zo zijn de grenzen van de wereld de grenzen van de taal. En zo zijn de taal en ons denken begrensd. Wij kunnen de grenzen oprekken, maar alleen van binnenuit. Wij kunnen niet buiten de grenzen van de wereld treden. Wij kunnen zo bezien niet onlogisch denken en spreken.

Let op: onzinnig is nog niet onwaar. Ik sluit geen enkele persoonlijke ervaring uit. Onzinnig betekent: hierover kan men niet denken en niet spreken.

Wittgenstein beschouwde zijn boek als een definitief antwoord en als een ladder die men, na de klim, moest weggooien. Hij maakte daarmee impliciet onderscheid tussen zijn boek, zijnde onzin met een functie, en andere onzin. Maar het antwoord is niet definitief. Een belangrijke vraag is: is logische vorm (altijd) noodzakelijk? Ongeacht het antwoord, is logische vorm een concept waarmee onzin effectief kan worden geïdentificeerd en waarmee zodoende het denken en spreken in veel kwesties kunnen worden begrensd. En vervolgens kunnen wij (meer) tijd besteden aan zinnige zaken.

Juist in wereldse en complexe kwesties is logische vorm een effectief concept. We zijn voorbij het punt dat (wetenschappelijk) onderzoek en debat zonder meer tot meer kennis en vooruitgang leiden. We moeten ons nu óók inspannen om (wetenschappelijke) onzin uit te bannen. Als ware het een streng dieet: stel geen vragen die je niet kan beantwoorden en poneer geen antwoorden die niet bewezen kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten