donderdag 10 augustus 2017

Het begrip van alles. Of complexiteit en de macht van het denken.

Waar heb je het over?
Ik ontleed de werkelijkheid in vormbegrippen, zoals eerder het leven, de vrijheid en het nut. Hieronder beschrijf ik o.a. de vormbegrippen tijd, ruimte en bestaan, maar ik begin met complexiteit. De vormbegrippen kunnen op oneindig veel manieren worden ingevuld. Een ander woord voor vormbegrip is concept.

Hoever reikt ons begrip?
Complexiteit: de uitgebreidheid en vloeibaarheid van de dingen en de relaties daartussen, met inbegrip van hun vorm(en), inhoud(en), plaats(en) en richting(en). Het geheel van de dingen en de relaties daartussen kan worden voorgesteld als een systeem of netwerk. Waarbij geldt: hoe uitgebreider en/of hoe vloeibaarder zo'n netwerk, en hoe meer netwerken of hoe meer lagen in een netwerk, hoe meer of grotere dingen en feiten er mogelijk zijn, maar hoe minder makkelijk een specifiek ding of feit kan worden herleid, totdat een ding of feit helemaal niet meer kan worden herleid, laat staan voorspeld. Bijvoorbeeld omdat enorm veel factoren een rol spelen, of omdat veel, zo niet alles, ondertussen alweer anders is. En het (zelf)bewustzijn, de economie en de maatschappij, misschien zelfs het leven, zijn complexe systemen, of de emergente producten van complexe systemen. Zo kan misschien wel alles worden begrepen, zonder dat ook maar iets wordt verklaard, nog niet één specifiek ding of feit.

Wanneer begon de tijd?
Voortbordurend op bovenstaand begrip van complexiteit, is tijd misschien ook niet meer dan een emergent product van een complex systeem. En zoals geluid in engste zin de hoorbare verandering van de luchtdruk is, is tijd in engste zin de waarneembare verandering van de uiterlijke werkelijkheid. Tijd is dus een vormbegrip en de verandering van de uiterlijke werkelijkheid is haar inhoud. Verandering is de overgang van de ene toestand naar de andere. Als ik de waarnemer doorstreep, kan er geen verandering worden waargenomen. Als ik dan ook verandering doorstreep, houd ik alleen een bepaalde toestand of uiterlijke werkelijkheid over. En in de diepte van het complexe systeem die de uiterlijke werkelijkheid is, bestaan alleen nog maar deeltjes en is alleen maar sprake van een bepaalde toestand en ordening, of het aan/uit van de deeltjes en hun posities. Vragen naar het begin of eind van alles is dan dus gelul in de ruimte.

Wat is het niets?
De volgende vraag is: waar komen de deeltjes vandaan? Komt iets uit het niets? Met het instrumentarium dat ik nu voorhanden heb, kies ik de frontale aanval: nee, iets komt uit iets, want het niets is fictie, een verzonnen tegenhanger voor het alomtegenwoordige iets. En juist als vormbegrip heeft het nul en generlei waarde: het is leeg, maar het is ook vorm zonder vorm, het kan niets omvatten, alles dat in deze doorzichtige vorm wordt gelegd, valt als het ware door de mand of in een bodemloze put. Bovendien, als ik mij het niets probeer voor te stellen, dan blijkt dat een nietige activiteit, want elk voorstellen is een scheppende activiteit. Nu hoeven we alleen nog een vorm te bedenken voor het 'eerste' iets. Als dit iets materie is, dan ligt oneindige regressie op de loer, want waar kwam die materie dan weer vandaan? Het 'eerste' iets is daarom geen materie. De moderne natuurkunde heeft het over een instabiele leegte, waarin razendsnel deeltjes ontstaan en weer verdwijnen, maar op zeker moment een bestendig deeltje en zelfs een heel universum is ontstaan. Een gigantisch toeval inderdaad. Maar wie weet hoe lang het heeft geduurd voordat er daadwerkelijk iets tastbaars ontstond - even los van de vraag of tijd in deze kwestie nog enige relevantie heeft, het draait misschien alleen om mogelijke toestanden en om kans.

Wat is er buiten de ruimte?
Als ik dan een streep zet door bovenstaande instabiliteit en activiteit, houd ik een perfecte, stabiele, steriele leegte over. Maar wat is leegte? Leegte kan door mij alleen begrepen worden als een eigenschap van de ruimte. Vervolgens vraag ik mij af of die ruimte grenzen heeft en wat dan weer die ruimte omvat. Maar dit afvragen blijkt een nietige activiteit, want niet één ruimte kan alle ruimte omvatten. Er moet dus iets buiten de ruimte bestaan, of iets waarvoor ruimte geen werkelijkheid en ook geen betekenis heeft.

Waar komt alles vandaan? (1)
Voor de mens geldt echter: overal waar de mens zijn licht opsteekt, is er ruimte, en overal waar hij kijkt, is er iets. Sacks wees mij er al op dat de waarneming niet moet worden voorgesteld als de passieve projectie van een uiterlijke werkelijkheid voor het (zelf)bewustzijn, maar als de activiteit van een creatief brein, dat een beeld van de uiterlijke werkelijkheid creëert en dat dan aan het (zelf)bewustzijn voorschotelt. En ook het denken blijkt een scheppende activiteit. En het bestaan, inclusief het "is" en het "zijn", is het laatste vormbegrip waar ik mij op moet richten. En ik kan niets buiten het bestaan leggen, omdat alles, elk iets, dat buiten het bestaan wordt gelegd, juist ook bestaat of moet bestaan. Elke gedachte over het 'buitenbestaande' lost zo direct op. Het denken en het bestaan zijn dus één, maar in plaats van aan een tautologie, denk ik aan een perpetuum mobile: het bestaan brengt het denken voort en het denken brengt het bestaan voort.

Wie of wat heeft alles in gang gezet?
Dan luidt de allerlaatste vraag: wie of wat heeft het hele apparaat in gang gezet? God verschijnt. Maar hij valt direct ten prooi aan oneindige regressie. En voor wie dat probleem negeert en God of iets anders accepteert als eerste oorzaak van alles, is dit een belangrijke valkuil: denken dat de diepste gedachte iets bewijst of openbaart, of zelfs waarheid is. Want nu openbaart zich niet meer alleen de werking van het denken, maar haar macht. Het denken eist voor alles een vorm. En God is de ultieme vorm, het antwoord op de laatste vormeis. Wie in God gelooft, heiligt dus de diepste menselijke gedachte. En precies dat schijnt mij de oorsprong van de zekerheid van het bestaan van God, en het vertrouwen in God. Maar God is ook wat het denken uitspuugt nadat het helemaal is uitgeknepen.

Heb jij wel eens een aap zien schrijven?
Als het begrip van complexiteit en het denken mij iets leren, is dat we niets anders kunnen dan doorgaan, totdat wellicht een hoger niveau van bewustzijn wordt bereikt of totdat we dat zelf voortbrengen, een hoger niveau dan dit zelfbewustzijn, of een groter denkvermogen dan dit denkvermogen. Uitgaande van de mens die meer aap dan mens is, is dat misschien maar een kwestie van tijd, of beter gezegd: complexiteit.

En nu?
Dit verhaal of dit begrip ontslaat ons niet van enige actuele plicht, schuld, recht of verdienste of wat dan ook, want aan de oppervlakte of het uiteinde van een complex systeem is ons doen en laten een afgeronde, hele, werkelijkheid. Bovenstaand begrip van complexiteit en het denken helpt wel om zin van onzin te onderscheiden, zoals het concept logische vorm (2) dat ook doet. En dit verhaal betekent ook niet dat we ons niet meer met bovenstaande vragen moeten bezig houden, want over het allerbelangrijkste moet gedacht worden. Maar vooral moet alle verwarring opgeruimd worden.

Hoe ziet een hoger bewustzijn eruit? (12-08-2017)
Bij een hoger bewustzijn kun je denken aan de volgende stap in de natuurlijke evolutie en een nieuw soort mens, of kunstmatige intelligentie en een soort supercomputer, en/of de openbaring van een ultiem antwoord. Maar misschien schuilt het begrip van het bestaan juist in de acceptatie van het bestaan, niet meer, niet minder. Als dat waar is, maakt een hoger bewustzijn zich helemaal niet druk over het begin en de oorsprong van alles. En een hoger bewustzijn herkent onmiddellijk alle zin en onzin. En zo openbaart zich de tegenhanger van Nietzsche's wil tot waarheid (3), die alleen maar kon leiden tot het niets. Het is de wil tot acceptatie, of beter gezegd: de wil om het denken te beheersen, en alleen daar los te laten waar het zin heeft, of daar waar het zin voortbrengt. En die wil kan alleen maar leiden tot iets, en moet dat ook. De complexiteit van dit bewustzijn, of dit begrip, schuilt erin dat eerst een lange en moeizame weg moest worden afgelegd.


Bovenstaand verhaal borduurt voort op:
https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2017/07/rangorde-der-waarden.html
https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2017/07/zijn-wij-ons-brein-en-waar-is-de-geest.html
https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2017/07/wc-papier-is-ook-een-passie-en-tien.html
https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2017/07/praten-neurologen-met-economen-een.html

(1) Lars Koens schreef: "Het enige waar ik me bewust van ben is dat ik niet bewust ben." Dit vormde de aanleiding voor een aantal nieuwe vragen en alinea's. Deze noot markeert dit begin, hoewel in het hele verhaal nog veel is geschrapt en geschaafd.
(2) https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2016/10/06-03-2015.html
(3) https://intellectuelevrijplaats.blogspot.nl/2016/01/de-genealogie-van-de-moraal.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten